Tekstgrootte
Het onderwijs op Kawama is gebaseerd op de uitgangspunten van het Ervarings Gerichte Onderwijs (E.G.O). Het gaat uit van de betrokkenheid en het welbevinden van kinderen. De gedachte daarachter is dat kinderen een optimale ontwikkeling doormaken als ze betrokken werken en met plezier naar school gaan. De grondlegger van dit concept is Ferre Laevers. E.G.O. houdt zich niet alleen bezig met het eindproduct, maar vooral ook met het proces dat zich afspeelt bij de kinderen en in de groep.
Betrokkenheid is een van de kernwoorden/pijlers als het gaat om E.G.O. Een betrokken leerling is geconcentreerd en gemotiveerd bezig. Het vergt veel energie en zorgt voor voldoening. Kinderen worden betrokken als een activiteit aansluit bij hun drang om te verkennen en hun niveau. Als een leerling betrokken is, is dat ook te merken aan zijn houding, mimiek en reactiesnelheid.
Welbevinden is de andere pijler waar het om draait bij E.G.O. Het welbevinden van kinderen groeit als de leerkracht tegemoet komt aan de basisbehoeften: als zij zich veilig, geaccepteerd en gewaardeerd voelen. Maar welbevinden heeft ook te maken met het kind zelf, of hij/zij een positief zelfbeeld heeft en hoe hij zijn gevoelens beleeft. Signalen van welbevinden zijn: spontaniteit, genieten, ontspannen zijn en zich open opstellen. Het is belangrijk dat kinderen zich goed voelen, want hoog welbevinden zorgt voor een goede emotionele ontwikkeling.
Een onderwijsconcept moet natuurlijk praktisch uitvoerbaar zijn. Daarom zijn er aan de hand van de betrokkenheidsfactoren ook vijf werkvormen ontwikkeld. Ze sluiten helemaal aan bij de grondgedachtes achter E.G.O. De werkvormen zijn: kringen of forum, contractwerk, projectwerk, ateliers en vrije keuze.
Via deze link leest u meer over de vijf werkvormen.